Het verhaal van Emmy
Emmy heeft sinds ze jong is een droom; verpleegkundige worden. Maar als ze 13 jaar oud is, wordt ze ziek: “Van de ene op de andere dag was m’n energie weg. In het begin leek het een griep, maar het bleef. Een jaar lang deed ik niets; het lukte gewoon niet. Ik lag futloos op bed en staarde naar het plafond. Dokters hadden geen idee wat ik had.”
Na een jaar lukt het Emmy om één of twee uur per dag naar school te gaan: “Omdat ik zo weinig aanwezig was en geen energie had voor sociale contacten verloor ik m’n vrienden en raakte in een sociaal isolement. Ik voelde me buitengesloten. Van de vrolijke persoon die ik altijd was geweest, werd ik depressief.”
Met veel moeite rondt ze de middelbare school af: “Hoe ik het heb gedaan weet ik niet, maar ik had m’n oog maar op één ding. Het moest en zou me lukken om verpleegkunde te gaan studeren.” Daar begint ze op haar zeventiende mee. Ze werkt zo hard ze kan, maar het lukt matig – mede door de medicatie die ze slikt. Net voor haar laatste stage stort ze in. Ze is op.
“Toen viel m’n wereld in duigen. Ik dacht: het wordt nooit beter. Ik werd zo depressief dat ik suïcidaal werd. Ik kon niet meer hopen en niet meer voelen. Alleen door mezelf te snijden voelde ik nog wat.” Emmy wordt opgenomen in een gesloten instelling. Het is een van de dieptepunten in haar leven.
“Op een avond liep ik naar een grote weg in de buurt van de instelling. Ik had vaker met het idee gespeeld om een einde aan mijn leven te maken, maar nu was het me menens.” Terwijl ze aan de kant van de weg staat, stopt een van de voorbijrijdende auto’s in de berm. Een zichtbaar kwade man stapt uit. “Hij riep iets als: ‘Mijn kind heeft kanker en jij kiest er bewust voor om je leven te eindigen. Hoe heb je het lef!?’” Boos brengt hij Emmy terug naar de instelling. “Ik zie dat echt als een ingrijpen van God. Grote kans dat ik er anders niet meer was geweest.”
Na een jaar is ze ‘uitbehandeld’. Wat ze met Emmy moeten weten ze niet. Ze komt terecht in De Schuilplaats; een plek met gezinnen, veel structuur en de verplichting mee te werken op de boerderij. “Het was een verademing, mensen die naast je staan in plaats van dat alles top-down gaat. Al ging het ook in die periode nog steeds niet goed met me. Ik zou mezelf niet meer beschadigen, maar dat deed ik wel. Daarom stuurden ze me naar een psychiatrische kliniek.”
“Ik realiseerde me ineens heel bewust dat ik een keuze had. Toen heb ik gezegd: Dit wordt mijn toekomst niet, ik wil hulp.”
Ze krijgt nog één kans; ze mag terugkomen naar De Schuilplaats, maar alleen als ze echt de wil heeft om te veranderen. “Ik dacht: dit hier, deze psychiatrische kliniek, zo kan de rest van mijn leven eruitzien. Hier word ik omgeven met mensen die het hebben opgegeven en zichzelf kapot maken. Ik realiseerde me ineens heel bewust dat ik een keuze had. Toen heb ik gezegd: ‘Dit wordt mijn toekomst niet, ik wil hulp.’”
Terug in De Schuilplaats heeft Emmy een gesprek met een begeleidster over Gods liefde. “Ik wist dat God er was, maar ik kon nooit geloven dat Hij van mij kon houden. Ik voelde me een mislukking en ik had een rotleven. Mijn begeleidster zei: ‘Waarom vertel je dat niet allemaal aan God?’ En dat deed ik. Terwijl ik bij God mijn hart uitstortte, zakten Zijn woorden van mijn hoofd naar mijn hart. Ik voelde zo’n diepe blijdschap. Daar op dat moment werd ‘geliefd zijn’ een overtuiging – en dat is me nooit meer afgepakt.”
Ik dacht altijd: eerst moet alles beter gaan. Dan pas ben ik het waard. Maar God zei: ‘Hoe het ook met je gaat, Ik houd van je. Je bent mijn liefde waard.’ Ik voelde Zijn acceptatie.”
Die dag vertelt Emmy aan iedereen die ze tegenkomt wat er is gebeurd. ’s Avonds na het eten is het haar beurt om een lied te kiezen. Met de hele groep zingen ze: ‘Vader God Ik vraag me af hoe ik ooit heb geleefd zonder te weten dat Uw Vaderhart al zo lang om mij geeft.’ Emmy grijnst breed: “Alles viel op z’n plek die dag, zo mooi.”
Direct daarna haast ze zich te zeggen: “Dit is geen halleluja-verhaal. In de zin van: en daarna kwam alles plotseling goed. Het was nog steeds moeilijk. Maar de ontmoeting met God heeft me geholpen steeds een stukje verder omhoog te klimmen. Vallen en weer opstaan. Doordat ik me geliefd wist, begon ik betere keuzes te maken.”
“Als dokters of psychiaters negatieve dingen over me uitspreken, speelt de angst op. Dan houd ik me vast aan God en Zijn belofte dat Hij het licht is in de duisternis.”
Het is vijf jaar later als ze inmiddels op zichzelf woont en besluit een mini-Discipelschap Training School (DTS) te gaan doen in Spanje. “Ik dacht: leuk, twee weken bijbelstudie doen op het strand.” Ze wil voor ze vertrekt graag helemaal stoppen met de medicijnen –die ze dan al flink heeft afgebouwd. Haarpsychiater heeft daar weinig vertrouwen in.“Hij zei: ‘Je krijgt een terugval, ik weet zekerdat ik je terugzie. Als je zo vaak depressieshebt gehad, blijf je daar last van houden.’”Toch stopt ze ook met het laatste stukjevan haar medicatie en vertrekt naar Spanje.
Daar hoort ze dingen die voor haar compleet nieuw zijn: “Ik leerde over het verstaan van Gods stem en over leven met de Heilige Geest. Ik was flabbergasted.” Aan het eind van de DTS krijgen alle deelnemers een profetie mee. Over die van haar is ze enigszins teleurgesteld: “Voor de anderen hadden ze de meest geweldige dingen, maar mij vertelden ze dat ik in een donkere ark zat en moest wachten tot de deur openging. Ik was woest. Ik wilde niet wachten, ik wilde nú uit de donkere ark. Maar ze zeiden cryptisch: ‘Wacht maar, je weet nog steeds niet wat vrijheid is.”
Terug in Nederland besluit ze een kerk te vinden die haar meer kan vertellen over de nieuwe dingen die ze heeft geleerd. Zonder kennis van de profetie die Emmy in Spanje heeft gekregen, raadden ze haar in haar nieuwe gemeente aan om bevrijdingspastoraat te volgen: “Tijdens die sessies is er veel losgekomen. Ik ontving de Heilige Geest en begon in tongen te spreken. Aan het eind van het traject zei ik: ‘Ik wil me laten dopen.’”
“Er kwam zo’n enorme blijdschap over me. Letterlijk en figuurlijk ging er een deur open.De gemeente die Emmy bezoekt, heeft
geen eigen bad, dus vindt de doopdienst plaats in een andere kerk. Het is een kerk in de vorm van een ark. “Nadat ik kopje onder was gegaan, kwam ik springend uit het water. Er kwam zo’n enorme blijdschap over me. Letterlijk en figuurlijk ging er een deur open. Vanuit de ark stapte ik in een nieuw leven.”
In dat nieuwe leven zijn er vooral veel ups, maar ook downs: “Ik ben een gevoelsmens. Veel mensen kennen me vooral als vrolijk en positief, en dat ben ik ook – maar dingen kunnen me diep raken en naar beneden trekken. Net als die psychiater destijds zeggen artsen nog steeds dingen als: ‘Met jouw geschiedenis krijg je na je zwangerschap waarschijnlijk een postnatale depressie.’ Als dat soort dingen over me uitgesproken worden, speelt de angst op. Dan houd ik me vast aan God en zijn belofte dat Hij het licht is in de duisternis.”
Inmiddels heeft Emmy twee opleidingen afgerond en werkt ze als verpleegkundige in het ziekenhuis. Haar man ontmoette ze in Spanje, waar ze beide leidinggaven aan een DTS. Wanneer de foto’s worden gemaakt voor bij dit artikel en Emmy haar twee dochters in haar armen heeft [die ze ter wereld bracht zónder postnatale depressie als gevolg, red.], verschijnen er tranen op haar lachende gezicht: “Ik had dit niet kunnen dromen. Mijn leven is volkomen omgedraaid.